Almendrones

05-03-2022

HAVANA - Zodra je de luchthaven José Martí in Havana uitloopt, wrijft het straatbeeld in je gezicht dat je niet alleen in een ander land bent gekomen, maar ook in een andere tijd. Jazeker, Russische Lada's en Wolga's, Oostduitse Trabanten en Wartburgs en Chinese Geely's, maar boven alles: die rijdende slagschepen uit de USA uit de jaren '40 en '50 en nog eerder.

Noem Cuba en 90 procent kans dat er wordt gesproken over deze auto's. En inderdaad, de Buicks, Cadillacs, Fords, Dodges en Chevrolets in alle zuurstokkleuren op het palet, beheersen het straatbeeld nog steeds. De ene is nog mooier dan de ander maar de staat van onderhoud varieert van glanzend en glimmend tot aan sterven-na-dood.

Maar er is een dikke rode draad: de eigenaar zweeft van trots en is überzuinig op zijn auto. En handig! Want hou ze maar eens rijdend zonder onderdelen.

Voor alles is een oplossing

Er zijn verschillende bijnamen voor deze auto. La maquina is een bekende, maar ook wordt de term 'Yank Tank' genoemd. De meest elegante geuzennaam is 'almendron' (grote amandel).

Hoe je de auto ook noemt, het is veel meer dan een vervoermiddel. Het is misschien wel het verhaal van hoe het Cuba verging na de revolutie in 1959. Tot dat moment werden de auto's bij de vleet ingevoerd en de upper class reed er graag in rond.

Nadat Fidel Castro en zijn maten korte metten hadden gemaakt met dictator Fulgencio Batista, startte vrijwel meteen de vijandigheid tussen de USA en Cuba. Amerika stelde per onmiddellijk een boycot (el bloqueo) in en de invoer van allerlei producten (waaronder auto's) kwam tot stilstand. Los daarvan verbood revolutieleider Castro de import van Amerikaanse auto's; hij beschouwde ze als de uithangborden van dat vervloekte hoogvliegende kapitalisme van dat moment.

Verdienmodel 

En zo moesten de Cubanen het doen met wat er was en dat vroeg om inventiviteit. De ongeveer 70.000 auto's werden met zorg onderhouden en deze taak werd overgedragen aan de volgende generatie, die de klus met even grote inzet oppakte. Zo nodig met plakband en spijkers bleven de almendrones rijden; sommige Pontiacs en Studebakers rijden rond met Lada- en Wolga-motoren.

Bij aankomst op de luchthaven staan de almendrones te shinen en toeristen worden verleid tot ritjes. Het is een echt verdienmodel geworden. Misschien juist daarom zeggen deze auto's veel over de veerkracht van dit land en het talent om te overleven en er het beste van te maken.

Nou, in zo'n almendron gleden we werkelijk zeer comfortabel van de luchthaven naar Hostel Casa Vieja 1840 in het oude deel van de stad.

Wetende dat bij elk moment dat er gas gegeven wordt, er ergens een gat in de ozonlaag wordt geschoten. Maar ja.... guilty pleasures...

Klik op banner om terug te gaan naar onze reisblog

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin